Bijdragers

31 mei 2009

Kruiswerking en kruisgang

Omdat ik zojuist aan dit boekje refereerde, dacht ik dat het aardig zou wezen om er nu maar even wat dieper op in te gaan. Dit was een van Kaiser's lezingen op de Open Veld bijeenkomsten, oorspronkelijk in het Engels gegeven, maar tamelijk drastisch bewerkt voor deze boek editie in het Nederlands. Het is alhier te vinden: http://www.stichtingopenveldwerk.nl/deel1-documenten.php of met enig geluk misschien af en toe nog tweedehands.

Het centrale thema van een boek is georganiseerd op basis van Kaiser's uitzonderlijke inzichten in de astrologie. Om hem astroloog te noemen zou hem te kort doen. Hij was die symbolentaal zo diepgaand meester als maar weinig astrologen gegeven is, en hij doorzag geheel en al hoe in deze symboliek geheel en al het inzicht besloten lag van de twee levenshoudingen, namelijk die van het ego, wat hij Kruiswerking noemt, waarin wij dus het leven ervaren als iets dat ons van buitenaf overkomt, dat wij ondergaan, en waarin wij leven in een substituut werkelijkheid, een droom, die het leven in tijd en ruimte kenmerkt. Dat is het bestaan in dualiteit, waarin dus alles als parabelen tot ons komt. Daartegenover staat wat Kaiser in deze monografie "Kruisgang" noemt, waarin wij leren aan de hand van de Heilige Geest juist te ervaren dat ons leven juist de beste leerschool is om de droom te verlaten, en terug te keren tot wat hij benoemd als de boom des Levens.

Wat Kaiser in 1959 aan de hand van astrologische symboliek presenteerde wordt mogelijk nog poignanter, als wij de psychologie van ECIW eenmaal begrijpen, want het gaat hier om de enige werkelijke keuze die wij in dit leven te maken hebben. De eerste keuze is door te gaan in de droom waarin de "held van de droom" dus alternatief slachtoffer is van de omstandigheden, dan wel (soms) triomfantelijk zichzelf bevestigt. De andere keuze is het opnemen van ons "kruis" zoals Jezus het bedoelde, dat wil zeggen, het aangaan van een relatie met de Heilige Geest, De Hulp, of hoe je het maar wil noemen (Jezus, Krishna, Kwan Yin, of wat dan ook), en in dat licht ons dus de thuisweg te laten tonen die altijd begint waar wij zijn, omdat onze omstandigheden van dit moment de preciese reflectie (eigenlijk projectie) zijn van wat er in ons onderbewuste rondspookt, en dus de beste leersituatie zijn van waaruit wij kunnen aanvangen om die andere keus steeds consequenter te maken. Kaiser's uitdrukking hiervoor is het 'opschorten van ons oordeel', dus m.a.w. niet langer te kiezen voor het ego, de stem die volgens ECIW altijd het eerst, en het luidst spreekt, maar te leren luisteren naar de stille, kleine stem van de Heilige Geest, of De Hulp, die ons juist uit het doolhof van ons leven kan loodsen, doordat wij ons vermeende inzicht (ons kromzicht) in de situatie loslaten, en in plaats daarvan leren de Leiding van De Hulp meer en meer te aanvaarden. Dat is de weg van bewustwording, waarin wij leren dat ons "Kruis" dus onze unieke leermogelijkheid is, en zo zullen wij dan Jezus volgen uit het wespennest van ons vermeende leven, naar het Koningkrijk dat niet van deze wereld is.
Niet de Almachtige verdrijft de mens uit het Hart van de Schepping, maar de mens verlaat dit Hart en rechtvaardigt zich voor zichzelf door de kracht en de consequentie der verwijdering te projecteren en te misduiden als een straf of vervloeking door GOD. (K&K, p. 13)
Vergelijk dat met de Cursus:
Het geheim van de verlossing is slechts dit: dat jij dit jezelf aandoet. Wat ook de vorm van de aanval is, dit is nog steeds waar. Wie ook de rol van de vijand of de aanvaller op zich neemt, dit is nog steeds de waarheid. Wat ook de oorzaak lijkt van enig leed of lijden dat je voelt, dit is nog steeds waar. Je zou namelijk helemaal niet reageren op figuren in een droom waarvan je wist dat je die droomde. Laat ze zo haatdragend en kwaadaardig zijn als ze maar zijn, ze kunnen geen effect op jou hebben, behalve wanneer jij naliet in te zien dat het jouw droom is. (ECIW:T27.VIII.10)
Dat spreekt voor zich, en het zijn dit soort inzichten die voor mijn beleving de studie van Kaiser's gedachtengoed tot een perfecte inleiding en voorbereiding voor het latere (sinds 1991) werken met ECIW. Zo spreekt hij bijvoorbeeld ook heel duidelijk over speciale relaties, die hij ergens benoemt als een "duo-zelfbehoudsworsteling". Hier in K&K zegt hij het als volgt op paginas 12, 13:
... een samengaan van ik-en-jij, dat al het andere en de anderen verlaagt tot "zij", dat will zeggen prooi of middel of achtergrond.
Je kunt het ten naastebij niet duidelijker zeggen. En zo is voor Kaiser dus het tijdruimtelijke bestaan, ons leven in de beelding van de tekens van de dierenriem, dat droomleven waaruit wij dienen te ontwaken, en in zijn behandeling is de kosmische symboliek, en specifiek de zodiak, dus eigenlijk het bovenstoffelijk prisma waarin het witte licht van de eeuwigheid met onze keuze voor de afscheiding verstrooid wordt in een regenboog van kleuren en eindeloze varieteit van vormen van het gemanifesteerde "universum" dat dus alleen een projectie is van die afscheidings gedachte, die de Cursus als "het ego" benoemt.
Wij mogen ook bemerken hoe Kaiser dus veel Bijbelse symboliek als evenzovele parabelen doorziet, en het dus met de Heilige Geest ánders interpreteert dan te doen gebruikelijk is in de wereld van het ego, dat juist steeds niet begrijpt dat alles maar dan ook alles van de dualiteit alleen maar symbolisch begrepen moet worden. In die zin geeft hij dus het voorbeeld van veel van wat Jezus in de Cursus ook over de Bijbel zegt:
Niets wat het ego waarneemt wordt juist geïnterpreteerd. Niet alleen citeert het ego de Heilige Schrift voor zijn eigen doeleinden, maar het legt de Schrift zelfs uit als een getuigenis voor zichzelf. De Bijbel is naar het oordeel van het ego iets angstwekkends. Omdat het de Bijbel als angstaanjagend ziet, legt het die angstig uit. Als je bang bent doe je geen beroep op het Hoger Gerechtshof, omdat jij gelooft dat ook zijn vonnis tegen jou gericht zal zijn. (ECIW:T5.VI.4:3-7)
Kaiser's werk is dus op z'n minst één voorbeeld van hoe je veel symboliek in de Bijbel met de juist gerichte denkgeest juist wel op liefdevolle wijze kunt verstaan. Immers aan de apostelen individueel legt Jezus alles uit, en dat betekent niet dat je er tweeduizend jaar geleden bij had moeten wezen, het betekent wel dat de symboliek van alles in het ondermaanse ànders verstaan kan worden du moment dat je bij Jezus te rade gaat in plaats van bij je ego.

Nog een ander belangrijk thema, dat in K&K al op blz. 12 aan de orde komt is dit:
Aandachtschenking en verwachtingsghechting werkt op de hiermee (het spreken van de "slang") geconfronteerde mens als "spreken" en "beloven".
Kortom de weg uit de hel van het ego, is in te zien dat het niet gaat om een oerzonde, waarvoor wij wel kunnen boeten, maar die wij niet zonder interventie van buitenaf kunnen uitwissen (plaatsvervangend lijden van Jezus aan het Kruis), dat is juist de ego interpretatie, historisch gesymboliseerd in het Christendom, c.q. Paulus. Het verlossende inzicht is dat wij steeds in het NU de keuze maken om ofwel opnieuw voor de slang te zwichten, ofwel de stem van de Heilige Geest of De Hulp als onze Leiding kiezen. Zie hier hoe de Cursus dit bespreekt:
Het is alleszins redelijk te vragen hoe de denkgeest ooit het ego heeft kunnen maken. Het is in feite de beste vraag die je stellen kunt. Het heeft echter geen zin om een antwoord te geven aan de hand van het verleden, omdat het verleden er niet toe doet, en de geschiedenis niet zou bestaan als dezelfde fouten niet in het heden werden herhaald. Abstract denken is van toepassing op kennis, omdat kennis volkomen onpersoonlijk is en voorbeelden onbelangrijk zijn om haar te kunnen begrijpen. Waarneming is echter altijd specifiek en daarom heel concreet.
Iedereen maakt een ego of zelf, dat vanwege zijn instabiliteit aan enorme wisselingen onderhevig is. Ieder maakt bovendien voor ieder ander die hij ziet een ego dat al even wisselvallig is. De interactie daarvan is een proces dat beide verandert, omdat ze niet door of met de Onveranderlijke werden gemaakt. Het is van belang te beseffen dat deze verandering even gemakkelijk kan en zal optreden wanneer de interactie in de denkgeest plaatsvindt als wanneer ze gepaard gaat met fysiek nabijheid. Over een ander ego denken heeft evenveel effect op het veranderen van relatieve waarneming als fysieke interactie. Een beter voorbeeld dat het ego slechts een denkbeeld is en geen feit, kan er niet bestaan. (ECIW:T4-II.1-2)
Kortom er is alweer alles aan gelegen dat wij ons "kruis" opnemen, en verantwoordelijkheid nemen voor onze keuze voor het ego, en beseffen dat die niet in een ver verleden ligt, maar in het nu, en dus ook in het nu ongedaan gemaakt kan worden door nu een andere keuze te maken. Dat begint met het terugnemen van de projectie, het opschorten dus van ons oordeel, en dan De Hulp, De Leiding, de Innerlijke Leraar, of de Heilige Geest (doorhalen wat niet gewenst wordt), ons de weg te laten wijzen, waardoor het herhalen van onze ego patronen doorbroken wordt, en wij uiteindelijk zullen ervaren wat de Cursus de Werkelijke Wereld noemt, waarin wij dus middels vergeving alles anders gaan zien.

Verder behandelt Kaiser in het boek dan alle tekens van de Dierenriem op een wijze, die laat zien hoe en waarom in de symboliek daarvan besloten ligt zowel de verledigingen van de slang (het ego dus), als de aanvang van de thuisweg, als wij leren naar de stem van de Heilige Geest te luisteren. Zijn karakterisering van de tekens is ongeëvenaard, en dat zeg ik van een standpunt waar ik ooit een astrologische bibliotheek van zeker duizend titels heb bezeten (het merendeel ooit gedoneerd aan Michael Erlewine's Heart Center), ik heb deze mijn leven lang gelezen en herlezen als de meest beknopte en zinvolle samenvatting van de essentie van de symboliek van die tekens.

Bij zijn verdere behandeling zij nog opgemerkt dat hij het systeem van de mysterie planeten van Th. J. J. Ram (Psychologische Astrologie) volgt, wat ook elders in zijn werk steeds terugkomt. Het werk van Ram is nog steeds een van de beste Nederlandse besprekingen van de astrologie. In aansluiting op zijn bespreking van de tekens en de planeten, behandelt hij ook nog de laatste twee "maanden" van het Platonische jaar, van de precessie van het lente punt, respectievelijk het Ram en Vissen-tijdperk, waardoor de symboliek van het leven van Jezus, wat juist in de overgansperiode tussen die twee plaats vindt, in die context besproken kan worden.

De rest van het boek is gewijd aan de betekenis van "Kruisgang", dat wil zeggen dus het aanvangen van de innerlijke weg tot verlossing, het maken van de andere keuze. Op pagina 55 vat hij dit bondig samen als volgt: "Indien het verlaten van het Ontmoetingscentrum de Val is, dan is de wederkeer daartoe de Opstanding." Hij maakt korte metten met de Christelijke premisse dat Jezus voor onze zonden gestorven zou zijn, en doorziet geheel en al dat dat juist een uitwijkings manoeuvre is van het ego. Het Christendom in die zin is dus inderdaad het verdedigings mechanisme van het ego tégen de leer van Jezus. En alweer doet zijn behandeling-dat het martelaarschap juist niet was wat Jezus bedoelde-denken aan de Cursus, waar Jezus ons eraan herinnert dat hij niet om martelaars vraagt, maar om leraren (ECIW:T6.I.16:3).

Zijn bespreking in de rest van het boek is in vele opzichten dualistisch, in de zin van een uitdrukkingswijze alsof er toch een externe God is, die in de wereld ingrijpt. Ik zou echter willen suggereren dat net als met de Cursus dit symbolisch dient te worden verstaan. Het is niet zozeer God die ingrijpt, maar het zijn wij die stuklopen in de ervaring van afscheiding in een wereld die dus eigenlijk niet werkt, niet werken kàn, omdat de afwending van God er de basis van is, en in de zin van Jezus' leer in de Cursus, is dat dus noodzakelijkerwijze een illusie. Inhoudelijk is bij Kaiser toch wel steeds duidelijk dat hij fundamenteel een non-dualist is, maar hij werkt dat niet zo uit en te na uit. En dat is dan mogelijk een van zijn "tekortkomingen" als schrijver, dat hij het allemaal maar neerzet, en aan schijnt te nemen dat wij het allemaal al lang snappen. Dat zou dus ook wel eens zijn kracht kunnen zijn, omdat hij ons op die wijze aanspoort om zelf op weg te gaan.

Kaiser's bespreking van de zin van het "Oordeelt niet!" op pagina 67 is ook een duidelijk voorbeeld van hoe hij de leer van Jezus inhoudelijk volledig verstaat, in de zin van dat het het juist ons oordeel is dat ons steeds in het heden de Kruisiging doet kiezen, omdat wij de schuldeloosheid niet kunnen aanvaarden zolang wij met het ego heulen. En zijn verdere uitleg maakt het ook duidelijk, zoals Jezus ook in de Cursus doet, dat het juist door het opgeven van ons oordeel zal zijn dat wij leren om de dingen met zijn ogen te zien - een zien dat dus niets met fysieke ogen te maken heeft, maar alles met geestelijk inzicht.

In de laatste pagina's van deze monografie wijdt Kaiser o.a. ook nog eens uit over het feit hoezeer het juist onze arrogantie is dat wij aannemen dat de verlossingsgang gereserveerd is voor Jezus alléén en wij er verder van uitgezonderd zijn. Hij doorziet volledig hoe het model van het plaatsvervangende offer van Jezus, zodat wij vrijaf zouden gaan, niets anders is dan een lage truc van het ego om toch nog buiten schot te blijven.
Kortom, dit boekje is een uiterst beknopte, maar tegelijk zeer volledige bespreking van de zodiakale symboliek, en hoe de verlossings weg daarin gelezen kan worden. Het doorlicht ook de Bijbelse symboliek op een indringende wijze, en het geheel kan ongehoord verhelderend zijn voor vele zoekers. Als een student van Een cursus in wonderen (ECIW) nu, in 2009, sta ik versteld van hoe Kaiser deze verbanden kon zien in de schaarse literatuur die hem ter vergelijking ter beschikking stond. Dàt hij dat kon, toont op zijn minst aan dat hij zijn innerlijke radio wel degelijk op de juiste zender had afgestemd. Terugblikkend van nu tot de tijd dat mijn studie van het werk van Kaiser een aanvang nam, in de zestiger jaren, merk ik meer en meer dat zijn unieke uidrukkingswijze, en de symbolentaal die hij hanteert, een rijk materiaal vormen voor de cursus student die zich er toe aangesproken voelt, en zijn derhalve ook een verrijkende ervaring, omdat inhoudelijk dezelfde kwesties vaak met verrassend andere woorden uitgedrukt worden, en ons alszodanig dus weer uitnodigt om het alles weer op een dieper en meer abstract niveau te gaan verstaan, want de Leer van Jezus blijft dezelfde, ook al zijn de uitdrukkingen ervan in detail vaak aan de tijd gebonden.

2 opmerkingen:

  1. ECIW zegt hierover in T6.I De boodschap van de kruisiging:
    ‘Er is een positieve interpretatie van de kruisiging die volkomen vrij is van angst, en daarom volkomen heilzaam in wat ze leert, mits juist verstaan. De kruisiging is een extreem voorbeeld, meer niet. Haar waarde ligt, zoals de waarde van elk leermiddel, uitsluitend in het soort leerproces dat ze vergemakkelijkt. Ze kan verkeerd worden begrepen, en is dat ook. Dat komt alleen doordat wie angstig is, geneigd is angstig waar te nemen. Ik heb gezegd dat je steeds een beroep op mij kunt doen om mijn beslissing te delen en die aldus te versterken. Ik heb je ook gezegd dat de kruisiging de laatste zinloze reis was die het Zoonschap moest maken, en dat ze voor ieder die haar begrijpt bevrijding van angst betekent.. Terwijl ik eerder alleen op de opstanding ben ingegaan, werd de bedoeling van de kruisiging, en hoe die in wezen tot de opstanding leidde, niet duidelijk gemaakt. Niettemin heeft ze aan je eigen leven een uitgesproken bijdrage te leveren, en als je daarover zonder angst wilt nadenken, zal dat jou helpen je eigen rol als leraar te begrijpen.’

    Door voor het ego te kiezen als leraar in mij vindt de kruisiging elke keer weer opnieuw plaats. Door dit te doorzien door de gewelddadige projecties in de wereld als leermiddel te zien en deze in ‘handen’ te geven van HG/J en te vergeven kan angst verdwijnen en Liefde te voorschijn komen.

    Ook Kaiser laat in Kruisgang naar voren komen dat er een keuze is een keuze tussen angst het ego of God:
    ‘Want vele malen op een dag is het aan ons:
    Van stenen brood te maken of:
    Te leven van wat tot ons komt, het brood dat uit de Hemel nederdaalt.’ (JWK)

    En eerst moet angst onder ogen worden gezien alvorens het tot leermateriaal in handen van God kan dienen:
    ‘Maar zij alleen, die innerlijk herboren zijn, herkennen werkelijk de Satan (ego (A)), als hij tot hen komt..’(JWK)
    En:
    ‘Hij zal ervaren wat het Evangelie eigenlijk beduidt. Hij zal allengs beseffen, dat de Goede Tijding een Mysterie is, waarvan geen sterveling dus de geheime Zin ooit zien of leven kan, maar zelf beleven moet, om tot de volle waarden van zijn ziel te komen’ (JWK)

    ‘Hemel en aarde gaan voorbij, Zijn Leven én Zijn Woorden blijven als de tijdloze waarheid, die hij nu en hier beleven zal.’(JWK)

    Of zoals ECIW zegt:

    ‘Niets werkelijks kan bedreigd worden. Niets onwerkelijks bestaat. Hierin ligt de Vrede van God.’ (ECIW Inl.2:2)

    En dat kan op elk moment in het NU ervaren worden. Er dienen zich genoeg kansen aan.

    De boodschap van Jezus is er duidelijk een van Liefde, maar wordt als verdediging van het ego omgekeerd in haat, schuld, zonde. Het op-z’n-kop-staand denken noemt ECIW dit in T6.I.15. Daardoor werden Jezus woorden in de mond gelegd die niet kloppen met wat hij werkelijk zei.
    Het zou alleen kloppen als Jezus zelf geloofde in verraad en het zwaard. en straf.
    Jezus vraagt niet om martelaren maar om leerlingen. ‘Niemand wordt gestraft voor zijn zonden, en de Zonen van God zijn geen zondaars.’ (ECIW)

    ‘Hij komt een boodschap van verheven Vreugde brengen, waar zij leed verzwaren. Hij komt om ogen te doen zien, die zij verblinden. En om de harten te genezen, die zij breken. Hij komt om te bevrijden, wie zij binden en in hun gevangenissen sluiten. Dit alles als voor tweeduizend jaar.’(…) En hij verbreekt de banden die geworden zijn uit angst en lust en machtlust, opdat de mensen vrij bestaan in Godsverbondenheid.’ (JWK)

    Als angst en lijden losgelaten wordt nadat de keuze door de ervaring heen is gemaakt dan kan worden gezegd:
    ‘Het is volbracht.’

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh heerlijk, zeg, ons duet is weer in volle gang, zie ik wel! En als aanvullend commentaar, wil ik er nog even dat merkwaardige boekje van Wilhelm Reich bij betrekken, The Murder of Christ, wat ik aan de ene kant nagenoeg onleesbaar vind, maar waarin Reich toch een verbazingwekkend inzicht geeft in het feit dat de moord van Christus dus een doorgaande keuze is, als je maar een keer over zijn transpositie heen komt, want hij ziet het lichaam en de orgastische dynamiek van wie/wat wij echt zijn, terwijl ik meer genegen ben te denken dat de geest onze essentie is. Echter, die transpositie kun je ahw. al lezende terugdraaien, en dan blijkt dit kleine boekje een meesterwerk te zijn. Het feit dat Reich gevangen zit in een dogma dat het lichaam centraal is, kan hem vergeven worden, als je begrijpt dat hij juist door Freud benoemd was als zijn opvolger, met het lichaam als veilig bolwerk tegen het toenemende "occultisme" van Jung. Reich is daar kennelijk nooit meer aan ontkomen, vandaar de vreemde verdraaiing in dit boekje.

    BeantwoordenVerwijderen