Het is toch ook duidelijk dat de ontmoeting met Jezus buiten tijd en ruimte ligt, en dat het "ik" bewustzijn, de individualiteit dus, juist de ontkenning van God is (pag 40 en 41). Jezus zal het in de Cursus later nog krasser zeggen, namelijk dat de wereld gemaakt is als een aanval op God. Kaiser wijst er ook op dat ons ik gerichte denken ons dus niet kan bevrijden uit deze warboel, of zoals hij het zegt: "Het denken kan zichzelf niet 'kennen'." (pag 41). En alweer legt de Cursus even later nog meer nadruk op dit punt door uit te leggen dat de aanklacht (van het ego) wel waterdicht kan zijn, maar niet Goddicht. Met andere woorden, we kunnen onszelf belazeren (zolang als het duurt), maar de Heilige Geest tuint er niet in. We moeten natuurlijk wel om hulp vragen, om juist buiten dat gesloten referentie kader van het ego te komen...
Dit boek als geheel staat in het teken van de overgang van het Vissen tijdperk naar het Aquarius tijdperk, in de zin van het Platonische jaar van de precessie van de lente equinox. Kaiser zag en beleefde de astrologische symboliek op uiterst diepgaande wijze. Hij ziet de overgang van het ene tijdperk naar het andere als een periode van verschuiving in het menselijke repertoire voor levensverwerkelijking, waarbij juist dat verschuiven van die uitdukking en vormgeving van ons bestaan een intensivering teweegbrengt van de mogelijkheid tot ontwaken. Temidden van die verschuivingen ervaren wij dan dus de geboorteweeën van de nieuwe mens, als uitnodiging om te ontwaken tot ware levensverwerkelijking, terwijl om ons heen de wereld doordrenst om ook in die nieuwe symboliek alles toch weer te reduceren tot meer van hetzelfde, zoals het ego het maar al te graag houdt.
Zelf zie ik de verschijning van Een Cursus in Wonderen (ECIW) graag in dit verband: een nieuwe, vernieuwde en veel diepgaander presentatie van de leer van Jezus voor deze nieuwe periode. En het feit dat bijvoorbeeld via het werk van Gary Renard de indruk tot ons komt dat het zeker zo'n vijfhonderd jaar gaat duren vóórdat de Cursus meer algemeen goed worden zal, sluit daar ook weer bij aan, want die overgangen zijn een zeer geleidelijke zaak in onze ervaring in de tijd.
Bij Kaiser lijkt het soms of hij de wereld wel een zeker werkelijkheids karakter toeschrijft en als schepping behandelt, echter op de kritieke momenten zegt/schrijft hij dan toch ook weer dingen waarin een inzicht blijkt over het volledig illusoire karakter van het uitzicht dat ons sterfelijk apparaat hierover koestert (kromzicht). Veel van zijn werk impliceert wel degelijk dat hij het projectie mechanisme van het ego doorziet, en dus de fundamentele psychologische dynamiek onderkent van de droom figuren in onze droom. Ook vinden we hier weer zijn typische behandeling van elementen van het evangelie-verhaal als figuren in onze droom, met de volledige realisatie, geheel in de geest van Freud's droom analyse dat wij zelf alle figuren in onze droom zijn, zoals ook alle spelers in een toneelstuk uit één denkgeest, die van de schrijver, zijn voortgekomen. Zijn inzichten in de symbolische betekenis van die figuren zoals Simeon en Judas, zijn zeer indringend. Zijn behandeling van wat de Cursus de speciale relatie noemt, op pagina 75 is briljant, en zijn term ervoor, "duozelfbehoudsworsteling", is onvergetelijk, omdat het precies de tegenstrijdigheid van zulke relaties tot uitdrukking brengt, dat het een samengaan is ten behoeve van de bevestiging van het valse zelf van ons ego, en dus gedoemd, omdat beide partijen elkaar naar de strot grijpen.
Uit die betreffende paragraaf is dan ook duidelijk dat hij ziet dat wij in onze ware aard God's schepselen zijn in de éénheid van de schepping en het Zoonschap, en dat het in de afscheiding dus juist onze wil is die zich tegen de Wil van God in wil zetten, en dus bijvoorbeeld onze relaties op die manier gebruikt om de afscheiding van God waar te maken. Hij ziet al die ik gerichte relaties dus als pseudo-gebeuren en substituut voor de ene ware relatie met God. In dat opzicht zit hij dan duidelijk op dezelfde metafysische toer als de Cursus. Dat maakt het mij gewoon weer duidelijk dat het hier hoe dan ook om de leer van Jezus gaat, die Kaiser toch op een uiterst diepgaande wijze kon verstaan en in de geest van de tijd waarin hij leefde tot uitdrukking kon brengen. Wat hij echter niet doet, is de metafysica in détail uit te werken, zoals we dat in de Cursus vinden, terwijl hij er wel over spreektt alsof iedereen het allang begreep. Al met al is Kaiser voor mij eigenlijk net als bv. General Patton een man van de 19e eeuw die in de 20e eeuw leefde, en het is dus soms even wennen aan zijn archaische taalgebruik. Maar doen wij dat, dan zal zijn poëtische kracht ons meeslepen.
Zijn woordgebruik is vaak fascinerend. Woorden zoals onze "vormverknochtheid" om de keuze van het ego van vorm boven inhoud uit te drukken, alsook ons "kromzicht", een woord dat ook uit en te na aangeeft dat we vanuit ons "ik" betrokken blikveld nooit de werkelijkheid zien. Het heeft misschien niet de bijna klinische helderheid van het gebruik van projectie in de Cursus, maar het laat er geen twijfel over bestaan wat er hier bedoeld wordt.
Wonderschoon is ook Kaiser's beschrijving op pagina 67:
Als God Zijn Aandacht richt in de menselijke sfeer, gaat die Gerichtheid zeker deze sfeer binnen, maar niet als menselijke hoedanigheid. Daarin ligt het geheim va de Overbrugging, die HIJ alleen kan doen geschieden. Wanneer Hij deze Aandacht op een mens richt, dan houdt dat in, dat deze mens in staat is of in staat gesteld wordt, de Overbrugging in zich te laten voltrekken.
Hoe deze voltrekking zich in de menselijke sfeer tot menselijke waarden richt, is eveneens een geheim, dt alleen te ervaren is door hem in wie het geschiedt en wel zodanig, dat die mens daardoor in staat gesteld wordt de Brug voor eigen gerichtheid te betreden.
Natuurlijk kan noch deze mens, noch een ander mens dit tot een menselijk begrip herleiden.
Dit komt overeen met de notie in de Cursus dat de laatste stap altijd door God gedaan moet worden. Aan ons dus de keuze om al of niet Jezus te volgen, waardoor wij in hem kunnen ontwaken, en dus als wedergeboorte in verbinding met hem voor onszelf de verzoening aanvaarden. Daarna kunnen wij dus als Jezus op aarde werkzaam blijven. Dat is dus de levende herinnering van dat het Zoonschap één is. De laatste stap, van de vereniging van de Vader en de Zoon kan door God alleen voltrokken worden. Daarin ligt ook, iets wat Kaiser hier wel impliceert, maar niet expliciet uitwerkt het verschil tussen de leer van Jezus en de leer van de Boeddha. Het Boeddhisme spreekt wel over het ontwaken tot de denkgeest, maar niet over de uiteindelijke hereniging van de Vader en de Zoon. Toch is het opmerkenswaard dat het Boeddhisme als geheel psychologisch veel meer diepgang heeft dan de Christelijke traditie die de betekenis van Jezus als innerlijke leraar nagenoeg geheel ontkende, en zich merendeels alleen met uiterlijkheden en moraliteit bemoeide.
Het totaal effect van dit boekje van Kaiser, inclusief het van tijd tot tijd moeilijke taalgebruik, sluit toch nauw aan bij wat wij nu uit de Cursus en andere non-dualistische tradities kennen, en is dan ook altijd een eerlijke reflectie van het feit dat deze dingen die spreken van een non-dualistische werkelijkheid, buiten ruimte en tijd, niet in de taal van een dualistische wereld uitgedrukt kunnen worden, anders dan in symbolen. Kaiser's unieke taalgebruik houdt ons daarbij zeker bij de les, zodat wij niet in slaap sukkelen. Hij dwingt ons om bij elke regel op te letten. Het hele boekje is een uitnodiging om die andere weg te kiezen, waarop wij, zoals Een Cursus in Wonderen het zegt, alle waarden, alle zekerheden in twijfel zullen moeten trekken, en ons toewijden aan het verwijderen van die innerlijke obstakels tegen de liefe van God. Onze waarden zijn het die tot nog toe in ons leven het bewustzijn van God als onze Vader en bron hebben buiten gesloten, omdat zij ons gevangen houden in de valse persoonlijkheid die de ontkenning daarvan inhoudt, en die onze hele pseudo-werkelijkheid als onzalig substituut voor de schepping in stand gehouden.
Kaiser schrijft vaak ook over de schijnbaar meer alledaagse symbolen waarin wij ons thuisvoelen, en waarin de wereld als onze ervaringswerkelijkheid erkend wordt, maar toch wel altijd zo, dat hij tot inzicht en doorzicht uitnodigt. Dit doet mij soms denken aan de episode van Helen Schucman die Jezus vaak gebruikte als haar Higher Shopping Service - dat was een manier waarop zij bij het winkelen aan Jezus hulp kon vragen, en dan vaak sneller vond wat ze nodig had. Dat ging jaren zo door, tot hij haar op een goede dag zei, van we hebben tot nog toe het heel aardig gedaan, maar we kunnen nu beter, enz.
Bij Kaiser is het zijn enorme reikwijdte, en het feit dat hij met de symboliek van vele tradities vertrouwd is, wat maakt dat hij tot velen kan spreken. Tegelijk is echter de ondergrond van wat hij zegt en waar hij steeds op terug komt, een ongelofelijk gevariëerde, maar toch consistente uitdrukking van de leer van Jezus, verpakt in zijn soms ietwat archaïsche en gedragen taal, die ook in het midden van de twintigste eeuw al niet makkelijk was, maar hij behoort dus gewoon tot de klassieken van de spiritualiteit. Hij is en blijft een Nederlandse spirituele leraar van wereldformaat, wiens werk helaas in de vergetelheid raakte, maar veel van wat hij zei en schreef is nu meer toegankelijk dan vijftig jaar geleden toen het voor het eerst gepubliceerd werd.
Rogier F. van Vlissingen
Rogier F. van Vlissingen
Ja Geboorteweeën een absoluut briljante beschrijving van wat de Cursus noemt het ontwaken uit de droom. De terugkeer in Denkgeest, Thuiskomen in God. En het pure vertrouwen daarbij noodzakelijk in de Leiding van de Heilige Geest. En ik geniet enorm van het prachtige taalgebruik van Kaiser, dat zo ongelofelijk rijk is, net als de taal van de Cursus, vooral in het Engels dan wel, waarin de invloed van het Shakespeariaanse ritme bewaard is gebleven.
BeantwoordenVerwijderenJa, ja, en het leuke is dat hij bij alle ernst en gedragen taal toch ook heel humoristisch kan zijn... Die man kon me d'r wat van!
BeantwoordenVerwijderen