Bijdragers

29 juli 2009

Waar gebed

In de bijlagen bij de Cursus zit de wonderschone monografie Het lied van het gebed: gebed, vergeving, genezing, dat in vele opzichten een van mijn favorieten is in de hele verzameling van Cursus materiaal.

Het draait eigenlijk om de innerlijke evolutie van het bidden, dat altijd aanvangt met God als een soort van Sinterklaas te behandelen en Hem te vragen om dingen die wij willen, wat soms wel en soms niet lijkt te werken. Zolang wij God buiten ons houden (onszelf buiten God houden, dus eigenlijk), komen we dan misschien geleidelijk aan tot de conclusie dat er bepaalde dingen zijn die meer het vragen waardig zijn dan andere dingen, en dat een vreemde wil zich op die manier dus mengt in de onze. Andere variëteiten zijn de notie van het bidden voor onze "vijanden," (denk aan de zusters ten Boom, en hun concentratie kamp ervaringen), wat zich dan weer dóór kan ontwikkelen, middels vergeving, tot een besef dat er helemaal niemand mijn vijand is, maar dat het alleen mijn eigen conflicten zijn die ik buiten mij zie. En dat vergeving dus mijn eigen bevrijding behelst, en niet het schoorvoetend en hoogmoedig vergeven van een ander die het eigenlijk niet verdient; het is het opgeven van ons oordeel voor het oordeel van de Heilige Geest.

Naarmate wij uitgroeien boven de notie van God's wil als een vreemde macht die wat wij wel willen in de weg staat, komt het dus tot een harmonie, het loflied dat de Zoon aan de Vader zingt, waarin uiteindelijk onze stem in de Zijne opgaat, naarmate het van een tweezang tot één lied wordt. De behandeling van dit thema in het Cursus materiaal doet mij altijd weer denken aan Het Loflied, uit de bundel De Gezegenden, van Aart van der Leew. Het was lang niet beschikbaar, maar we hebben zojuist het hele verhaal on-line beschikbaar gemaakt - zie de link onder de titel van de vertelling, hierboven. Het is een aanrader.

J.W. Kaiser refereert ook aan dit wonderschone verhaal, dat ik mijn leven lang niet anders dan met tranen in mijn ogen heb kunnen lezen, in zijn bundel De Mysteriën van Jezus in ons Leven. In Hoofdstuk 20 over engelen, relateert hij het duidelijk aan de Michael ervaring, "Wie als God?", de ervaring van de Enige Wil die werkelijk die naam waardig is, want ons zelf-gerichte willen blijft altijd steken in wensvervulling. Hoofdstuk 23 spreekt dan specifiek over de ervaring van de Engel Michael. Engelen in die zin zijn natuurlijk niet anders dan vormen waarin wij het Goddelijke soms kunnen ervaren, soms abstract, maar soms ook concreet, net zo goed als Arten en Pursah aan Gary Renard konden verschijnen, hebben mensen soms zeer concrete engelen ervaringen. Het komt altijd in een vorm die wij aan kunnen, en die op dat moment het meest behulpzaam is.

1 opmerking:

  1. Het Loflied van Aart van der Leeuw, moet je gewoon lezen, het is van een dermate schoonheid en ontroerende diepgang die de lezer meesleept de diepte in van de ziel.
    Stel je open voor het onuitspreekbare en je zal aan het eind het Loflied gezongen door Luifried herkennen, als 'de zoete konde der onsterfelijkheid.'

    BeantwoordenVerwijderen