Onze emoties zijn de golven van de levenszee, en in onze afgescheieden staat, wanen wij ons steeds als een nietig scheepje, drijvende op de golven van die zee, en in constant gevaar van ondergang. Immers alles wat wij niet als "ik" en als bekend identificeren, is deel van de wereld van het onderbewuste die zo expressief als een mysterieuze zee kan worden gezien in beeldentaal en dromen.
Annelies plaatste zojuist een heerlijk stukje blog:
http://liesje56knegt.xanga.com/705694740/surfen-met-quotjquot/
Waarin zij ingaat op het beeld van Jezus die op het water wandelt temidden van de storm op zee. Dat is de storm op de zee des levens waar wij maar al te vaak bijna door de golven van emoties overmachtigd worden en dreigen te verzuipen, of althans zo voelen wij dat.
Toch kunnen wij te allen tijden bij onszelf terugkeren en Jezus vinden, zoals de Cursus het zegt:
Toch zal er steeds die rustplaats zijn waarnaar je terug kunt keren. En je zult je meer bewust worden van dit rustige centrum van de storm dan van al zijn razende actviteit. Dit rustige centrum, waarin je niets doet, zal bij je blijven, en jou rust geven temidden van alle drukke bezigheden waarop je wordt uitgestuurd. Want vanuit dit centrum zal je gewezen worden hoe je het lichaam zondeloos kunt benutten. Het is dit centrum, waarin het lichaam afwezig is, waar het in je bewustzijn als zodanig behouden zal worden. (ECIW:T18.VII.8) [NB. Ik wijk hierbij af van de bestaande Nederlandse vertaling, die helaas de lading niet dekt. RFvV]
In het Marcus evangelie staat de beroemde passage over de storm op zee in Marcus. IV:35-41, en JWK geeft die passage op pagina's 62 en 63 van zijn Beleving van het Evangelie. Hier is de passage in de NBG vertaling van '51:
35 En Hij zeide tot hen op die dag, toen het laat geworden was: Laten wij oversteken naar de overkant.36 En zij lieten de schare achter en namen Hem, zoals Hij was, in het schip mede, en er waren andere schepen bij Hem.
37 En er stak een zware stormwind op en de golven sloegen in het schip, zodat het schip reeds vol liep.
38 Maar Hij zelf lag op het achterschip tegen het kussen te slapen. En zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: Meester, trekt Gij er U niets van aan, dat wij vergaan?
39 En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en het werd volkomen stil.
40 En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij zó bevreesd? Hoe hebt gij geen geloof?
41 En zij werden bovenmate bevreesd en zeiden tot elkander: Wie is toch deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Ter vergelijking zet ik daar Kaiser's vertaling even naast:
35 Toen het op dien dag laat geworden was, zeide Hij tot hen: 'Laten wij oversteken naar de overzijde.'
36 Zij lieten de schare achteren namen Hem mede daar Hij in het schip was; en er waren andere boten bij Hem.
37 Er stak een zware storm op en de golven sloegen in het schip, zodat het reeds volliep.
38 Maar Hij lag te slapen op een kussen in het achterschip. Zij maakten Hem wakker en zeiden tot Hem: 'Meester, trekt gij er u niets van aan, dat wij vergaan?'
39 Wakker geworden, bestrafte Hij den wind, en zeide tot de zee: 'Zwijge en wees stil!' Toen ging de wind liggen en er ontstond een grote stilte.
40 Dan zeide Hij tot hen: "'Waaròm zijt ge zó bang? Hoe komt het dat ge geen geloof hebt?'
41 Door grote angst bevangen vroegen zij elkaar: 'Wie is doch Deze, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?'
In zijn boek parafraseert hij de inhoud van enkele sleutel passages als volgt:
"De Geest wordt dan zeer krachtig vaardig, en beweegt de zielewateren zó hevig, dat het voor de stofvertrouwden schijnt alsof de Godgeboden mogelijkheid toch niet bestand is tegen de ontzettende beroering." (Marcus IV:37)
"Maar als Hij hun benauwdheid ziet, brengt Hij de stilte in den geest en den ziel, die Hij alleen gebiedt." (Marcus. IV:39)
Dat is Kaiser's weergave van de ervaring van de apostelen van de angst op zee, en het contrast met de kalmte van Jezus, die dus ook de storm doet liggen. Die rust is in ons, en te allen tijde toegankelijk, we moeten alleen wel de moeite nemen om inderdaad onszelf onze paniek te vergeven, en zo in te keren tot die rust. Alle golven van angstige emoties zijn dus niets anders dan dat kleine ik van ons dat aan de noodrem trekt, opdat wij Jezus vooral maar niet vertrouwen. En steeds is aan ons de keuze of wij willen luisteren naar die stille stem van binnen, of naar het razen van de storm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten